dinsdag 10 maart 2009

Of het paneel nog wel bestaat?

Of het paneel nog wel bestaat? Een vraag die ik steevast krijg op mijn wandelingen. En of ik denk dat het nog teruggevonden wordt?

Zolang er geen bewijs is dat het vernietigd is, mogen we ervan uitgaan dat het nog kan bestaan, antwoord ik dan altijd. Kan bestaan - zeker is dus het niet. En als het nog bestaat, dan is de kans dat het teruggevonden wordt, vandaag niet groter of kleiner dan 75 jaar geleden.

Het enige verschil met toen is dat er nu echt gezocht wordt. Meer dan ooit. Meteen na de diefstal stapelde het gerecht blunder op blunder. Het echte onderzoek begon pas na de Tweede Wereldoorlog, toen politiecommissaris Karel Mortier en journalist Noël Kerkchaert zich in de zaak vastbeten.

Lange tijd hadden ze het rijk voor zich alleen maar het internet heeft alles opengegooid. Sinds 2001, toen de website van Gaston De Roeck en zijn zoon Willy de binnen- en buitenlandse pers naar Wetteren bracht, heeft het onderzoek een nieuw elan gekregen. Iedereen kan nu met enkele klikken een theorie bij elkaar googlen - of juist haar onhaalbaarheid vaststellen. Vroeger moest je daarvoor je huis uit, naar de bibliotheek, naar het archief, soms moest je ook nog toestemming vragen om stukken in te kijken etcetera etcetera.

Al die speurders die voordien op hun eentje zaten te puzzelen en piekeren, hebben elkaar nu ook gevonden dankzij dat internet. Na de krachttoer van de De Roecks zijn de sites over de zaak als paddenstoelen uit de grond gerezen. Het drukst bezocht is nog steeds het SpeuRRforum. De site is online sinds 2002, is enkel toegankelijk via registratie en telt nu al 816 leden. Op normale dagen, wanneer de media geen nieuws te melden hebben over de zaak, komen er vijftig bezoekers langs. De harde kern telt ongeveer 75 leden. Het zijn mannen en vrouwen van alle leeftijden, en uit alle lagen van de bevolking, die het forum regelmatig bezoeken, de nieuwtjes bekijken, ideeën en informatie uitwisselen, elkaars bevindingen becommentariëren. Sommigen zijn er dagelijks te vinden en blijven er meerdere uren hangen.

Nog nooit waren tegelijkertijd zoveel speurders, zo intensief, met zoveel informatiebronnen voorhanden naar De Rechtvaardige Rechters aan het zoeken. Vergroot dit de kans dat het paneel weer opduikt? Ik vrees van niet. Misschien is het wel door een stom toeval dat die houten plank al driekwart eeuw niet is gevonden. En tegen het toeval kunnen zelfs de honderd knapste koppen niet op.

(met dank aan Erik Hauwaert voor de cijfers)

woensdag 4 maart 2009

Nu al gefeliciteerd

11 april was het, 7 uur ’s ochtends. Oscar Van Bouchaute, suisse van de Sint-Baafskathedraal, haalde zoals elke ochtend het doek voor het Lam

 Gods op. Niet één maar twee tellen moet zijn hart toen hebben overgeslagen. Hij zag groen waar geen groen hoorde te zitten – groen van het gras op het centrale luik, het luik dat verborgen zat achter de gesloten zijluiken. Hij wist meteen wat er aan de hand was. Hij keek dwars door het linkerluik. Een gat in Het Lam Gods. Twee panelen waren verdwenen. 

Straks is de diefstal van De Rechtvaardige Rechters precies 75 jaar oud, een goeie maand nog - voor herdenkingsfetisjisten: ergens tussen 19 uur en 7 uur moet het allemaal  gebeurd zijn, tussen het moment dat Sint-Baafs na het lof van half zeven gesloten werd, en het moment dat de suisse bijna zijn beroerte kreeg.

De verjaardag zal niet onopgemerkt voorbijgaan, daar kan je gif op innemen. Niet dat deze kunstroof, de grootste van de vorige eeuw, afgeronde getallen nodig heeft om de krantenkoppen te halen. Elke twee, drie jaar, in tijden van journalistieke laagconjunctuur soms zelfs jaarlijks, voelt zich wel iemand geroepen om de zaak op te lossen, de dader te ontmaskeren, de bergplaats aan te duiden. Koud kunstje eigenlijk. Internet maakt het would be Van Ins tegenwoordig makkelijk om een behoorlijk theorietje in elkaar te knutselen (Van In lost zijn misdaden ook tussen pot en pint op). De media bijten meestal meteen. Of het paneel nu wel of niet in het Belgisch parlement verborgen ligt, doet er niet zoveel toe, als het maar verkoopt (er zijn natuurlijk redacties die wel wat kritischer willen zijn, maar die hebben daar het volk niet meer voor).

Driekwart eeuw dus. De gekte hadden we al, het zal nu alleen nog wat gekker worden - dat zijn nu eenmaal de regels van het grootste gezelschapsspel van België.

Eén zaak staat vast. De volgende theorie zal de goede zijn. De volgende Van In zal gelijk hebben. Ongelijk ook, dat wel, maar toch evenzeer, en dat is niet min, gelijk. De speurders hebben er indertijd zo een potje van gemaakt dat er nauwelijks zekerheden zijn in deze zaak, nauwelijks feiten die minstens door een tweede onafhankelijke bron bevestigd worden. Dat er twee panelen gestolen zijn, dat weten we zeker, en dat er eentje is teruggekeerd, dat ook, en dat een zekere Arsène Goedertier herkend is in de Gentse Vlaanderenstraat toen hij de schrijfmachine huurde waarmee hoogstwaarschijnlijk – zelfs dat weten we niet zeker, de politie heeft de machine met het schroot meegegeven - de afpersingsbrieven zijn geschreven, dat ook. Maar daar houdt het zowat op. Daar begint het rijk van de hypothese, de speculatie, de fantasie, de Van Ins, de krantenkoppen. Als straks weer iemand het licht heeft gezien, dan zijn er nauwelijks argumenten om die man of vrouw weer naar aarde terug te brengen. Dan kunnen we niet zeggen: “Meneer (of mevrouw), this is Houston, u hebt ongelijk want Arsène Goedertier is zeker nooit in het parlement geweest.”

Als u dus vindt dat uw vijftien minuten roem zijn aangebroken, en u kunt een beetje met het World Wide Web overweg, dan is dit uw kans. Niemand zal u van antwoord kunnen dienen. U hebt nu al gelijk. Nu al gefeliciteerd.